Home > Kirgizië > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 42
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Voordat ik vertrek uit Bishkek stuur ik nog enkele mailtjes weg. Vanaf vandaag ga ik de bergen van Kirgizië in. Ik denk dat ik de komende week nauwelijks bereik zal hebben. Bij het uitrijden van Bishkek is het wel wat drukker op de weg in de ochtendspits, maar nergens zo extreem als in andere hoofdsteden. Al snel rijd ik buiten de stad door het platteland. Zo'n zeventig kilometer buiten Bishkek slaat Jina, mijn chauffeur, af voor een bezoek aan de Burana tower. Ik zie de oude toren al van een afstandje liggen. Waarschijnlijk heeft deze toren vroeger dienst gedaan als minaret.
Via een moderne wenteltrap kom ik bij de ingang van de toren. Binnen ga ik via een smalle steile trap verder omhoog. Ik pas maar net in het smalle trapgat. Vanaf de top van de toren heb ik uitzicht over het hele gebied. Drie Kirgizische jongens, die ook op de toren zijn, wijzen mij op de opgravingen. Bij de opgravingen zie ik grafbeelden staan. Kleine afbeeldingen van gezichten. Als ik verder rijd, gaat de weg steeds meer de vallei in. Aan weerszijde zie ik bergketens. Het landschap wordt grilliger. Voor de lunch wijs ik met gebaren enkele broodjes aan in de vitrine. Het handen-en-voeten werk begint aardig te wennen. Ik krijg in ieder geval wat ik wil hebben. Snel na deze stop bereik ik het Issyk Kul meer. Dit bergmeer is, op het Titicaca meer in Peru, het grootste bergmeer ter wereld. Het heeft een lengte van 180 kilometer. Door warmwaterbronnen in het meer, bevriest het water in de winter niet.
Bij het plaatsje Tamchi, aan de oever van het meer, ontmoet ik mijn gastgezin voor de overnachting. Ik word hartelijk welkom geheten. De dochter van de familie toont mij mijn slaapkamer. Het toilet en douche zijn in een apart gebouwtje in de tuin. Een prima onderkomen. Andere reisgenoten zijn ondergebracht bij andere gezinnen. Als ik naar het meer loop, ligt het plaatsje Tamchi er maar grauw bij. Boven het meer hangen donkere wolken. Ik zie bliksemflitsen in de bergen aan de overzijde van het meer. Ik steek mijn voet voorzichtig in het water van het meer om de temperatuur te achterhalen. Het voelt behoorlijk fris aan. Ik vind het te koud om te zwemmen. De zandstranden langs het meer zijn dan ook praktisch verlaten. In de verte zie ik enkele jongetjes op een ezel rijden. De aantrekkende wind doet het zand opwaaien in de straten van Tamchi. Net op tijd knijp ik mijn ogen dicht. 's Avonds staat er een uitgebreide maaltijd klaar bij mijn gastgezin. Ik eet hier met drie reisgenoten en twee Amerikanen.