Home > China > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 50
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Het voordeel van het tijdverschil betekent ook dat ik 's morgens uit kan slapen. Om tien uur zit ik aan het ontbijt. Kashgar was vroeger altijd één van de belangrijkste handelssteden van de zijderoute. Oost ontmoette hier west. Tegenwoordig is Kashgar een stad met 700.000 inwoners. De oorspronkelijke bewoners van dit gebied, de Oeigoeren, worden meer en meer verdrongen door de groeiende groep Han-Chinezen. De Chinese overheid stimuleert verhuizingen van de Han-Chinezen naar dit gebied, om zo het gebied meer te integreren bij China. Dit is vergelijkbaar met het Chinese beleid ten opzicht van de Tibetanen in het zuidwesten. Ik loop het hotel uit en wandel richting het centrum. Brede wegen leiden mij. Bij het oversteken is het weer even aftasten in hoeverre er in deze regio respect is voor het zebrapad. Al snel ervaar ik dat de strepen op de weg enkel als versiering dienen, zonder verder betekenis. Voorzichtig wurm ik mij tussen de auto's en brommers door naar de overzijde. Het valt mij op dat hier ontzettend veel elektrische scooters rijden. Goed voor het milieu. Ik hoor de scooters alleen niet aankomen als ze mij van achter naderen. Ik schrik regelmatig van een harde toeter. In het centrum zijn de straten smaller en wordt er volop handel gedreven. Brood wordt in straatovens gebakken. Bij de slager hangt het vlees uitgestald en tal van andere ambachten worden beoefend in de straten.
Bij het centrale plein bij de moskee slaat de handel om in kermisachtige taferelen. Ik kan op de foto met een kameel of in traditionele kleding. Ik kan op een paard gaan zitten, die op commando kan steigeren. De Id Kah Moskee is de oudste en grootste moskee van China. Via de grote binnenplaats kom ik bij de gebedsruimte. De moskee is, zeker in vergelijking met de eerdere moskeeën die ik bezocht heb tijdens deze reis, eenvoudig van opzet. In deze regio zijn veel Islamieten, maar het geloof wordt veel minder strikt nageleefd. Maar een enkele vrouw draagt hier in Kashgar een hoofddoekje in het openbaar. De brede boulevards van Kashgar zijn gevuld met moderne Chinese winkels. Achter deze boulevards liggen de meer eenvoudige winkeltjes van de Oeigoeren tegen de oude stad. Van de beschreven 'Old town' met de adobe huizen kan ik maar weinig terugvinden. In rap tempo worden de oude huizen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De straten in het oude centrum geven hierdoor een vervallen indruk. Enkele schoolkinderen vrolijken dit op. Of ze op de foto mogen? Als ze de foto zien, willen ze allemaal op de foto. Via het Main square, met het standbeeld van Mao, wandel ik het park in. Mannen spelen een kaartspel in de schaduw.
Kinderen draaien een rondje in de attractie in het kleine pretpark. Aan de andere zijde van het park neem ik een taxi. Hoewel taxi's normaliter op de meter rijden, ga ik akkoord met het briefje van tien yuan, die de chauffeur laat zien. Dit is volgens mijn verwachting naar de Tombe van Abakh Khoja enkele kilometers buiten het centrum. Als ik bij de tombe uit de taxi gestapt ben, realiseer ik me dat het vervoer terug nog wel eens een probleem kan worden. Er staan hier geen taxi's. Een gesprek aan gaan met mijn huidige chauffeur gaat ook niet lukken. Wij spreken domweg geen woord in elkaars taal. Ik zie het later wel. Ik loop het terrein rond het mausoleum op. Van de buitenkant ziet het mausoleum er prachtig uit. Ik schiet in de lach als ik een bordje 'take picture here' zie staan. Het kodakpunt is aangegeven. Wel zo makkelijk. Binnen ben ik verrast door het grote aantal grafstenen. Naast de tombe van Abakh Khoja, tel ik al gauw dertig andere graven dicht opeen geplaatst. Als ik weer bij de uitgang kom heb ik geluk. Er staat een taxi te wachten. Ik laat hem het visitekaartje van mijn hotel zien. Dit kaartje is in het Chinees. De man kijkt mij vragend aan en ik hem. Hier houdt onze conversatie op. Hij schudt dat hij het niet weet of dat hij er niet naar toe rijdt. Hij rijdt zonder mij weg. Ik ga op zoek naar een andere taxi.
Ik loop zo'n 500 meter terug naar de doorgaande weg. Hier blijkt het aanbod aan taxi's uiterst beperkt. De taxi's die passeren zijn al bezet. Buslijn 20 biedt uitkomt. Ik heb geen idee van de route van de bus, maar de bus rijdt in ieder geval in de goede richting. Ik stap in en betaal één yuan bij de chauffeur. Ik zie wel waar in het centrum de bus uitkomt. Een Chinese jongen helpt mij. Hij legt uit dat de bus niet bij mijn hotel komt. Hiervoor moet ik overstappen op lijn 9. Als hij de bus verlaat, vraagt hij de chauffeur mij een seintje te geven. Ik volg de route van de bus op de plattegrond. Als de chauffeur mij wenkt, ben ik nog maar één straat verwijderd van het hotel. Ik loop het laatste stukje. 's Avonds is er in John's Café een traditionele Oeigoerse dansavond. Voorafgaand eet ik iets in een lokaal restaurant in de nabijheid van het hotel. Ik wijs een gerecht aan via één van de plaatjes.