Home > Nicaragua > Van Costa Rica naar Guatemala > Reisverslag dag 14
12 oktober - 11 november 2013 (31 dagen)
Vandaag reis ik verder naar Malagalpa. Een stadje in het noorden van Nicaragua. Omdat we gezamenlijk besloten hebben om pas vanmiddag naar Malagalpa te rijden, heb ik 's morgens nog de tijd om de Cerro Negro vulkaan op te klimmen. De Cerro Negro is een relatief jonge vulkaan. In 1850 is de vulkaan ontstaan. De vierhonderd meter hoge vulkaan is wel een hele actieve. In de laatste jaren is de vulkaan regelmatig uitgebarsten.
Net als de Telica vulkaan, ligt de Cerro Negro vulkaan op de scheidslijn van aardkorsten, zo'n 35 kilometer buiten León. Met een busje word ik naar de vulkaan gereden. Ook hier is de weg slecht en smal. Gelukkig echter niet zo erg als de route van gisteravond. Na anderhalf uur rijden wijst Franklin, mijn gids voor vandaag, de zwarte vulkaan aan. De vulkaan bestaat voornamelijk uit vulkaanstenen en gruis. Op de Cerro Negro komt geen begroeiing voor. De vulkaan leent zich hierdoor prima om van af te glijden. Een favoriete toeristische attractie. Als ik aan de voet van de vulkaan uitstap, krijg ik een rugzak met beschermende kleding mee en een board. Ik doe de rugzak om en steek de houten plank tussen de hengsels op mijn rug. Hierdoor hangt de plank achter mij en heb ik mijn handen vrij. Wel vangt de plank op de helling behoorlijk veel wind. Ik moet uitkijken voor windvlagen. Franklin voorspelt een klim van ongeveer een uurtje naar de top. Ik volg hem de helling op. Het pad is goed te belopen. Doordat de route wat om de berg heen loopt is het nergens echt steil. Op de top van de kraterrand zie ik de brede kraterkom kiggen. Een prachtig gezicht. In het midden heeft zich een nieuwe kleinere krater gevormd. Dit was de krater die de laatste keer uitgebarsten is, vertelt Franklin. Het is mooi weer vandaag en ik heb uitzicht op de wijde omgeving. Ik zie de verschillende vulkaantoppen liggen. Ook zie ik de Telica vulkaan van gisteravond liggen. Ik loop verder omhoog over de schuin omhoog lopende kraterrand.
Het moet van beneden af een grappig gezicht zijn, om een groep toeristen achter te zien lopen met een board op hun rug. Vanaf het hoogste punt van de vulkaan heb ik een goed uitzicht op de kleinere vulkaan. Franklin veegt de bovenste laag steentjes een beetje weg en laat mij de grond voelen. Dit is gloeiend heet. Onder mijn voeten is de vulkaan gewoon actief. Blijf niet te lang op één plek staan, want dan kunnen je zolen smelten. Als ik van alle kanten foto's gemaakt heb van de vulkaan en van het uitzicht, is het tijd voor de fun. Ik trek mijn overall aan, doe de beschermers voor mijn knieën en ellebogen aan en zet mijn stofbril op. Ik ga sleeën. Franklin legt uit hoe ik mijn slee moet besturen. Ik kan met mijn voeten remmen en als ik harder wil moet ik de voorkant van de slee iets optrekken. Franklin zelf gaat lopend vooruit om foto's te maken. Als ik bovenaan de berg op mijn sleetje ga zitten, ziet de helling er steil uit. Voorzichtig schuif ik over de eerste meters. Ik heb de werking van de slee al snel onder de knie en ik glijd de berg af. Ik trek de voorkant omhoog om nog wat extra vaart te maken. De afdaling geeft veel stof. Een ware stofregen vliegt over mij heen. Ik kom keurig netjes op mijn sleetje beneden aan. Volgens Franklin lag mijn snelheid rond de veertig kilometer per uur. Beneden trek ik mijn overall uit en klop het gruis uit mijn haar en kleren. Het overall heeft wel geholpen, maar toch zit overal gruis. Mijn hele gezicht is zwart. Ook mijn camera blijkt stof meegekregen te hebben.
Ik heb hem waarschijnlijk niet goed genoeg opgeborgen onder mijn kleding. Hopelijk geen blijvende schade. Onder het genot van vers fruit praat ik na over deze bijzondere ervaring. Daarna rijd ik in ongeveer twee uur terug naar León. In het hotel is gelukkig nog een kamer beschikbaar om te douchen. Ik zie het zwarte water van mij aflopen richting het doucheputje. Weer redelijk schoon stap ik in de bus naar Matagalpa. Om vanuit León naar Matagalpa te komen passeer ik de gordel met vulkanen. Ik kom vlak langs de Telica vulkaan. Bij Hervideros de San Jacinto stop ik bij een vulkanisch gebied met kokende modderpoelen. Direct staan enkele kinderen klaar om te gidsen. Zij wonen in de huisjes vlak bij het natuurverschijnsel. Janine legt uit dat de waterwaterbronnen hier al talloze jaren liggen, maar nog regelmatig van vorm veranderen. Daarom is het ook buiten de koordjes goed oppassen. Zij wijst op een grote kokende watermassa. Drie maanden geleden was hier nog niets. Het is een mooi gezicht de vulkanische gassen tegen het zonlicht in. Ik vervolg mijn reis naar Matagalpa. Tegen schemer kom ik in deze stad aan. Matagalpa is de tweede grote stad van Nicaragua, met 200.000 inwoners. In het hotel word ik welkom geheten door de enthousiaste eigenaar. Hij is duidelijk trots op zijn hotel en de recente verbouwingen. Vol trots laat hij de kamers zien.