Home > Gambia > Gambia en Senegal verkennen > Reisverslag dag 1
25 augustus - 1 september 2022 (8 dagen)
Deze zomer zijn er erg lange wachttijden op Schiphol door personeelstekort bij de security. Op sommige dagen loopt de wachttijd op tot enkele uren. Om op tijd voor de vlucht te zijn, is het zaak om vroeg op Schiphol te arriveren. De incheckbalie gaat echter pas drie uur voor vertrek open. Tijdens de voorbereidingen probeer ik online alvast in te checken. Ik hoef dan op Schiphol alleen de bagage af te geven. Dit mislukt. Mijn corona vaccinatie bewijs wordt niet geaccepteerd, terwijl ik volledig gevaccineerd ben. Telefonisch contact met TUI helpt mij ook niet veel verder dan dat ik op de luchthaven moet inchecken. Om kwart voor vier, vier uur voor vertrek, stap ik uit op Schiphol. Bij de incheckbalie kunnen reizigers voor Banjul, de hoofdstad van Gambia, nog niet aansluiten. Net als een medewerkster mij wil uitleggen waar ik kan wachten, wordt de rij ook geopend voor reizigers naar Gambia. Ik sluit als eerste reiziger voor deze bestemming aan in de rij. Bij het inchecken voldoet mijn vaccinatie en loop ik even later met mijn boardingpas naar de security. Vanuit de vertrekhal is de gevreesde rij niet te zien. Ook wanneer ik de trap op loop, zie ik geen rij. De beveiligingsmedewerkers staan zelfs te wachten. Ik ben direct aan de beurt. Hierdoor ben ik binnen een half uurtje ingecheckt en door de beveiliging. Gunstig, maar dit betekent dat ik ook drie uur op de luchthaven moet doorbrengen. De winkeltjes en kiosken zijn nog niet eens open. Ik neem plaats in een van de comfortabele stoelen. Ik sluit even mijn ogen. Voor de zekerheid zet ik mijn wekker. Ik ben behoorlijk moe door het vroege tijdstip en wil niet dat ik mij verslaap. Dit blijkt niet nodig. Rond zes uur gaan de koffie corners open. Ik bestel koffie met een koek. Daarna wacht ik nog een uurtje voordat het boarden begint. Rond kwart voor acht is iedereen aan boord en stijgt vlucht OR 3805 van TUIFly op richting Gambia. Naast mij zit een Duits stel. Zij spreekt ook Nederlands. Zij vliegen door naar Kaapverdië. Eigenlijk hadden ze gisteren al moeten vliegen, maar bij het inchecken bleek hun paspoort geen zes maanden meer geldig. Snel hebben ze een nood-paspoort geregeld. Net na het middaguur landt het vliegtuig in Gambia.
Het is twee uur vroeger dan in Nederland. In de aankomsthal wordt het corona-bewijs gecontroleerd. Een controle of het ook mijn bewijs is niet. Daarna moet ik twintig dollar security-tax betalen om uiteindelijk bij de douane mijn inreis-stempeltje te krijgen. Ik ben nu officieel in Gambia. Mijn reistas ligt al op de bagageband te wachten. Buiten de aankomsthal staat een medewerker van TUI. Hij wijst mij de juiste bus. Bij iedereen die aan komt lopen worden de namen geoefend. Dit zal nog wel even lastig zijn. Onze groep bestaat uit zestien personen. Kebba, de lokale gids voor deze week, heet ons welkom terwijl we door het drukke verkeer naar het hotel rijden. Overal liggen flinke plassen op de vaak zanderige wegen. De maand augustus is de regenperiode in Gambia. Eigenlijk niet zo’n handige maand om het land te bezoeken. Voordat we naar het Senegambia Beach Hotel gaan, stopt de bus bij een wisselkantoor. Kebba adviseert om direct het geld voor Gambia en voor Senegal te wisselen. Vreemd genoeg adviseert hij voor twee alleenreizenden meer geld te wisselen dan een stel. De reden is niet helemaal duidelijk. Het bedrag om te wisselen is hoger dan ik verwacht had. De wisselkoers bij het wisselkantoor is redelijk en komt overeen met de koers die ik vooraf opgezocht had. Het Senegambia Beach Hotel ligt aan het einde van een straat met restaurants en bars. Hier is veel levendigheid. De kamers liggen in een grote tuin grenzend aan het strand. De voorgevel van mijn kamer is volledig van glas. Om het niet te warm te laten worden, houd ik de gordijnen gesloten. Tussen de appartementen bevindt zich een zwembad. Bij het strand ligt een tweede groter zwembad. Aan de kust wappert de rode vlag. Dit betekent dat het afgeraden wordt om in de zee te gaan zwemmen. De stroming is gevaarlijk. Ik neem een duik in het verkoelende zwembadwater. Dit helpt tegen de bijna dertig graden vochtige warmte. Na het zwemmen ga ik met een reisgenoot de wijk Kololi in. Dit is de regio waar alle grotere en luxerde hotels liggen. Net als we de hoek om gaan en de drukke doorgaande weg in lopen, begint het te regenen. Snel schuilen we bij een terrasje. Binnen enkele ogenblikken zet de regen flink door. Het bier blijkt uitverkocht en ook is er nog maar één cola voorhanden. We passen onze bestelling aan op wat er wel is. Wanneer het weer droog is wandelen we verder. Kinderen voetballen op een zanderig veld. De keeper heeft het extra zwaar. Een grote plas ligt precies voor zijn doel. Met natte schoenen banjert hij door het water. We proberen via het strand terug naar het resort te lopen. Op het strand worden we aangesproken en gewezen op een lokaal restaurant. ‘Erg goedkope cola’, wordt ons verzekerd. Om hier kracht bij te zetten wordt een bedrag van 50 dalasi in het zand geschreven. Dit is net geen euro
. Wanneer we naar bier vragen wordt er snel een tafel voor ons geplaatst met twee stoelen. Twee jongens komen vragen of het onze eerste keer is in Gambia? ‘Blood’ en ‘Chino’, zo kent iedereen hen hier, zijn verbaasd als we zeggen dat we er pas drie uur zijn. Ze raden de route over het strand af en staan er op dat we met hen meelopen via een shortcut naar de ingang van ons resort. Aardige gasten. Voor de avond hebben we afgesproken om met de reisgroep om half acht te gaan eten. Wanneer ik aan kom lopen, is praktisch iedereen al aan tafel. Snel schuif ik aan. Een buffet staat gereed. Het lijkt er op dat we de enige gasten zijn vanavond in het restaurant. De andere hotelgasten zijn waarschijnlijk in de nabijheid van het resort gaan eten. Tijdens het eten merk ik dat ik moe ben. Het was een lange dag. Ik trek mij terug in mijn kamer en kruip in bed. Ik val snel in slaap.