Home > Georgië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 21
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Ushguli ontwaakt in een prachtig zonnetje. De wachttorens steken mooi af tegen de besneeuwde bergtoppen. Wat is het hier mooi. Dit beeld compenseert de douche. Warm water zou er niet zijn, maar er is ook nauwelijks koud water. Ik was mijn gezicht met een klein straaltje water. Omdat de Zagar pas naar Lentheki nog gesloten is door sneeuwval, moeten we dezelfde route weer terug naar Mestia. Doordat het nu droog is en het zonnetje schijnt rijdt de weg iets beter, maar het blijft continu zoeken naar het beste stukje weg met de minste kuilen. Waarschijnlijk door het gehobbel in de Landrover, maar we moeten bovengemiddeld vaak stoppen voor een sanitaire stop. Na drie uur rijden, zijn we weer in Mestia. Met enige trots dat we allemaal de pas naar Ushguli volbracht hebben, strijken we neer op een terras in Mestia. Wat een mooie en avontuurlijke tocht. Voorbij Mestia neemt het verkeer weer toe. Hier zitten minder kuilen in het wegdek, maar doordat de snelheid hoger is, heeft een gat in de weg meer consequenties. Het blijft de weg afspeuren naar kuilen, verzakkingen of rotsblokken op de weg. Veilig komen we weer bij de dam. We besluiten nog een flink stuk door te rijden naar Kutaisi. Dan is morgen de reisafstand naar Gori minderen en kunnen we een dagje rustig aan doen. Langs de kant staan opvallende begraafplaatsen.
De familiegraven lijken bijna vakantiehuisjes, zo groot zijn ze. Hierdoor krijgt de begraafplaats meer iets weg van een volkstuincomplex. In de steden die we passeren, rijdt het verkeer als ieder voor zich. Het is goed dat de meeste automobilisten drie remlichten op hun auto hebben, want hierdoor functioneert vaak nog in ieder geval één remlicht. De rest is defect. Ook bumpers ontbreken opvallend vaak. Het kenteken is direct op de auto gemonteerd. Waarschijnlijk is hiervoor gekozen na schade. Tegen zessen rijden we Kutaisi binnen. Kutaisi is de derde grootste stad van Georgië. Op het centrale plein parkeren we de landrover. Geen idee of het betaald is of niet, we kunnen de borden niet lezen. Op een terras, met uitzicht op de opera en het erboven gelegen Bagrati kathedraal, nemen we een biertje. Ons guesthouse ligt nabij het centrum. Als we in de straat komen, kunnen we het niet direct vinden. Bij een tegenover gelegen Imperial hotel wijzen ze ons de bestemming. Het oude huis heeft iets weg van een spookhuis, maar de kamers zijn prima. Omdat we ook niet zo snel weten hoe we hier een taxi regelen, besluiten we 's avonds niet al te moeilijk te doen en te gaan eten in het Imperial hotel. De grote eetzaal ziet er wat ongezellig uit. Toch besluiten we maar aan te schuiven. De live muziek staat hard, terwijl er nauwelijks mensen zijn. De kaart is alleen in Georigisch. We vragen de serveerster iets te maken met kip, varken, beef en salade. Dit lijkt te gaan lukken. Vanaf een andere tafel biedt een Georgische man ons een karaf witte wijn. Een aardig gebaar, maar de wijn is niet te drinken. Ondertussen worden de lange tafels om ons heen voorzien van eten. Zouden er nog meer mensen komen? Voor we er erg in hebben komen meisjes met hun moeders binnen. Het lijkt een soort moeder-dochter bijeenkomt. De kinderen rennen rond en dansen op de muziek. We hebben geen idee waar we precies tussen beland zijn. Leuk is het wel.