Home > Ethiopië > Rondreis mythisch Ethiopië > Reisverslag dag 7
19 september - 6 oktober 2012 (18 dagen)
Het was fris op de kamer vannacht. Door de hoge ligging van Debark daalde de temperatuur in de hotel kamer tot net boven de tien graden. Gelukkig hield de deken mij prima warm. Vandaag reis ik naar Axum de meest noordelijke plaats van de reis. De weg naar Axum gaat door de bergen. De weg schijnt slecht te zijn. Ik zit al om half zeven aan het ontbijt. Een half uurtje later verlaat ik Debark.
Op dit tijdstip is het nog fris buiten. Kinderen hebben een deken omgeslagen, die ze gebruiken in plaats van een jas. Al snel na het uitrijden van Debark rijd ik de bergen in. Via een smalle rotsachtige weg stijgt de bus al snel. Ik kijk uit op diepe valleien. Een mooi gezicht. Voor Jonas is het zaak goed op de weg te blijven letten. Gelukkig treffen we hier weinig tegenliggers. De weg lijkt wel geplakt tegen een steile rotsberg. Via scherpe haarspeldbochten rijden we hoger en hoger. Ik vraag me af hoe ze hier ooit de weg kunnen verbreden en asfalteren. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat men hier nog niet mee bezig is. Even verderop wordt wel aan de weg gewerkt. Grote delen rots worden afgegraven om tot de gewenste breedte te komen. Door de werkzaamheden is wel de doorgaande weg slecht bereidbaar. Overal liggen stenen op de modderige weg. Jonas rijdt de bus zo goed mogelijk over de keien.
Soms schraapt de onderkant over de stenen. Bij een doorgang zijn de sporen zo diep dat we vast komen te zitten. Jonas haalt wat stenen van de weg. Een chauffeur achter ons schiet te hulp. Met zijn aanwijzingen stuurt Jonas de bus over de moeilijke plek. We gaan verder. Soms moeten we even stoppen bij de wegwerkzaamheden. Dan moet eerst een lading stenen ingeladen worden en de weg door een bulldozer weer egaal gemaakt worden voor we verder kunnen. Voor de lunch heb ik een lunchpakket meegenomen. Bij een rivier is een leuke plek voor de picknick. Het is duidelijk te merken dat ik al flink gedaald ben. Het is aardig warm geworden. Ik ga in de schaduw van een boom zitten om mijn lunch op te eten. Wat ik over houd geef ik aan wat kinderen langs de kant van de weg. Rond drie uur verlaat ik de bergen. Ik heb tot nu toe de hele dag onafgebroken haarspeldbochten omhoog en haarspeldbochten omlaag gehad over een hobbelige weg. Vooral achterin de bus zijn de hobbels goed te voelen. Hoe goed Jonas ook probeert de kuilen te ontwijken. Af en toe komen de personen op de achterbank omhoog. Plots klinkt er een geluid van vallend ijzer.
Achter de bus ligt iets. Ik zie de mensen op straat er naar toe rennen. Jonas stopt. Het blijkt dat het reservewiel losgeraakt is. De houder van het wiel onder de wagen is afgebroken. Jonas bevestigt het wiel op het dak. Gelukkig bereiken we snel daarna de asfaltweg naar Axum. Vlak voor Shire breng ik een bezoek aan een weeshuis. Het Grace Village wordt gerund door een Nederlandse. Karin geeft mij een rondleiding over het ruim opgezette terrein. Direct komt een meisje aangelopen en pakt mijn hand. Ik bekijk het schooltje en de woongelegenheden. Karin legt uit dat ze vooral probeert de huiselijke sfeer te creëren. Ieder blok met tien kinderen heeft een eigen woonkamer en keuken. Ze worden begeleid door een huismoeder. Een goed opgezet initiatief. Tenslotte rijd ik rond zes uur Axum binnen. Buiten begint het al schemerig te worden. Mijn hotel ligt in het centrum van het stadje. Het stadje ziet er vanuit de bus gezellig uit. Na een verfrissende douche om al het stof van vandaag van me af te spoelen loop ik Axum in. In een restaurant in de hoofdstraat eet ik een steak met ei. Een prima keuze