Home > El Salvador > Van Costa Rica naar Guatemala > Reisverslag dag 17
12 oktober - 11 november 2013 (31 dagen)
Ook vannacht regent het flink door. Zoals vaak regent het in de namiddag en de avond, maar is het 's morgens weer droog. Als ik de gordijnen open zie ik de zon schijnen. Het gebied rond Perquin heeft een belangrijke rol gespeeld in de burgeroorlog in de jaren tachtig tussen de verzetsbeweging FMLN en de regering. Het verzet streed voor de gewone man en tegen de rijk families die bepaalde wat er in El Salvador gebeurde.
Het verzet van de FMLN concentreerde zich in de bergen rond Perquin. In deze regio is in de periode 1980 tot 1992 zwaar gevochten. In het museum in Perquin gewijd aan de burgeroorlog wordt de geschiedenis van de strijd getoond. Felipe leidt mij als oud strijder rond door het museum. Hij toont foto's van de strijd en vertelt over de aanleiding en het verloop van de oorlog. Ik zie oude geweren en restanten van neergeschoten helikopters. Het is indrukwekkend om uit zijn mond te horen hoe de oorlog verlopen is. Uiteindelijk is in 1992 een verdrag getekend en kwamen er landelijke verkiezingen in El Salvador. Net buiten Perquin in het plaatsje El Mozote bezoek ik een monument voor de slachtoffers van de oorlog. Om de verzetsstrijders op de knieën te dwingen werd het gehele dorp El Mozote uitgemoord. Eén vrouw kon ontsnappen en kon het verhaal naar buiten brengen. Het is erg indrukwekkend om op de plaats te staan waar deze gruweldaden zich afgespeeld hebben. Ik laat de geschiedenis op mij inwerken tijdens een lokale lunch in het plaatsje Arambala. Ik wijs in de vitrine gerechten met ei, vlees, kip en rijst aan tot mijn bord vol is. Na de lunch ga ik naar een waterval. De Lonely Planet schrijft over een mooie waterval net buiten San Francisco, waar je onderaan de waterval ook kunt zwemmen. Net als ik op weg ga begint het stevig te regenen. Op zich maakt het niet zoveel uit als ik nat word, ik ga toch zwemmen.
De bui is echter zo hevig dat het kolkende water over de weg en onder de bus door loopt. Met de ervaringen van de wandeling van afgelopen week vraag ik mij af hoe het pad naar de waterval zal zijn. Belisario vraagt in het dorpje de weg. De mensen wijzen naar rechts, maar kijken ook vertwijfelend wat wij met dit weer bij de waterval te zoeken hebben. De weg buiten het dorp daalt flink. Voorzichtig rijdt Belisario de bus naar beneden. Het regenwater stroomt hard langs de kanten. Als de bus straks nog maar omhoog komt? Plots naderen we een militaire post. Waarschijnlijk zitten we in het grensgebied met Honduras. De douanier kijkt verbaast en wantrouwend als hij de bestemming hoort. Hij komt in de bus om te kijken hoeveel mensen er in de bus zitten. We mogen door. Als ik bij het begin van de waterval aan kom, houdt het net op met regenen. Voor de zekerheid laat ik al mijn kleding in de bus en loop in mijn zwembroek en slippers naar de waterval. De bewoners bij het begin van het pad vragen één dollar toegang. Zij waarschuwt dat de stroming bij de waterval te hevig is door de regenval. Het is niet mogelijk om te zwemmen. Op mijn slippers loop ik het 900 meter lange pad naar de waterval. Ik hoor het water al met veel geraas naar beneden kletteren. Het water heeft de rivier in een snelstromende kolkende waterstroom veranderd. Het opspattende water van de waterval waait mijn kant op. Wat een natuurgeweld. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat je hier ooit zou kunnen zwemmen. Terug in de bus volgt een nieuwe uitdaging. De weg omhoog is steil. De bus haalt het niet. Belisario vraagt of wij allen achterin willen gaan zitten boven de achterwielen. Voor de zekerheid nemen we ook de volle watertank mee. Alle beetjes helpen. Met slippende banden komt de bus net boven. Brullend van het lachen arriveren we weer bij de controlepost. De douanier kijkt verbaasd dat wij opeengepakt achterin de bus zitten en voorin niemand. Hij besluit maar niet verder te vragen.