Home > Georgië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 23
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Bij het ontbijt spreekt een vriend van de eigenaar mij aan. Hij spreekt een beetje Duits. Hij vertaalt onze reisplannen aan de eigenaar. Beide zijn onder de indruk. Bij het wegrijden moet eerst een foto bij de auto gemaakt worden. We verlaten Gori en rijden via de snelweg naar Mtscheta. Mtscheta was tot de 6de eeuw de hoofdstad. Later riep koning David de Bouwer Tiblisi uit tot de hoofdstad, wat het tegenwoordig nog steeds is. We rijden als eerste langs het Samtavro klooster. In dit klooster ligt koning Merian en zijn vrouw koningin Nana begraven. In de kerk hangt een eerbiedige sfeer. Nonnen zijn bezig de kerk schoon te maken. Het is muisstil. De kerk is fraai gedecoreerd met fresco's en iconen. In het centrum van Mtscheta staat de Svetitschoveli kathedraal. De kathedraal is ommuurd. De kasteelmuur behoorde tot de vroegere paleizen van de koningen van Kartli. Later liet koning Merian in de vierde eeuw zich hier bekeren tot het Christendom en liet hij hier een kathedraal bouwen. Hiermee was Georgië na Armenië het tweede land ter wereld dat het christendom als officieel geloof had
. Aan de overzijde, op de top van de heuvel, zien we de Dzjvari koepelkerk liggen. De route er naar toe valt nog niet mee. Tot twee keer toe rijden we een weg in tegengestelde richting in. Automobilisten gebaren direct dat we verkeerd zitten. Zou dit vaker fout gaan met de onduidelijke bewegwijzering? Vanaf de Dzjvari kerk hebben we een prachtig uitzicht over de stad Mtscheta. In de diepte zien we de Svetitschoveli Kathedraal liggen. In de Dzjvari kerk staat een houten kruis. Dit kruis zou door de heilige Nino geplaatst zijn in het toen nog heidense Mtscheta. Om deze reden is het nu een bedevaartsplek. Vanuit Mtscheta rijden we via de Georgian Military Highway het Kaukasas gebergte in. De highway was jarenlang de enige verbinding door de bergen met Rusland. De weg stijgt geleidelijk. We passeren het Zhinvali stuwmeer. Bij het meer staat een oud vervallen Russisch ogend monument. Het wordt ons niet geheel duidelijk wat de betekenis van het monument is. Via haarspeldbochten komen we in het skidorp Gudauri. Oude Russische vrachtwagens rijden stapvoets omhoog. Een ware uitdaging om met de volgeladen wagens door de scherpe bochten te rijden. Vandaag ligt er geen sneeuw op de hellingen in Gudauri, hooguit wat restanten van de afgelopen winter.
Aan de bovenzijde van het dorp staat een opvallend, maar ook foeilelijk vervallen bouwwerk. Het is een soort uitkijkpunt. Vanaf het platform kijken we diep de vallei in. Dit is het hoogste punt van de Jvari pas. Met 2.379 meter het hoogste punt van Georgian Military Highway. Net na tweeën naderen we Stepantsminda. Langs de kant staan talrijke vrachtwagens. Kilometers lang. De vrachtwagens staan hier al te wachten voor de grensovergang met Rusland. Verderop op de route is geen plek om langs de kant te parkeren. De politie laat iedere keer enkele vrachtwagens door. Wij worden zonder problemen doorgelaten. De bewolking hangt al laag in de bergen als we Stepantminda binnen rijden. Het blijft niet droog vandaag. We besluiten de lunch over te slaan en eerst naar de Tsminda Sameba kerk te gaan. De Tsminda Sameba kerk ligt ruim 300 meter hoger op een bergpunt. Het gezicht op de kerk tegen de achterliggende besneeuwde bergtoppen van de Mount Kasbek, is de bekendste afbeelding van Georgie. Als we de weg indraaien, gebaren taxichauffeurs dat de weg afgesloten is. Verbaasd vragen we hoe we bij de kerk kunnen komen. We moeten honderd meter verder een paadje in. Het pad is niet meer dan een karrenspoor. Zou dit de juiste route zijn? We volgen het spoor en klimmen langzaam omhoog.
De weg is slecht. Zorgvuldig proberen we de kuilen en rotsblokken te ontwijken. Taxibusjes rijden dezelfde weg met toeristen. Het moet wel goed zijn. Het passeren gaat soms maar net. In een van de haarspeldbochten is de weg zo slecht, dat we moeite hebben om er doorheen te komen. Alle banden slippen. We laten twee busjes passeren en kijken van hen af hoe zij deze obstakels nemen. Dit werkt. Op de top aangekomen hebben we zicht op de Tsminda Sameba Kerk. Het is weliswaar bewolkt, maar het zicht is geweldig. Zeker na zo'n barre tocht. Het kleine kerkje is van binnen prachtig gedecoreerd met fresco's. De monniken zitten er ook lekker warm bij. De houtkachel brandt. Buiten is het fris op deze hoogte. Wat een bijzondere locatie om een kerkje te bouwen. De terugweg gaat over dezelfde weg. Rustig rijden we de helling weer af. We willen geen risico nemen en vooral Brutus niet overbelasten. De sneller dalende taxibusjes, die deze route dagelijks rijden, laten we passeren. Enkele kilometers voorbij Stepantsminda moet een kasteel liggen. wanneer de navigatie aangeeft dat we er bijna zijn, staan we voor de grenspost met Rusland. De afvallige provincie Tsjetsjenië om precies te zijn. Dit is niet de bedoeling. Er ligt hier ook geen kasteel. We keren om. In Stepantminda stoppen we bij een gezellig hotelletje. De kamers zijn, in vergelijking met de eerdere overnachtingen, wat aan de dure kant, maar goed. Buiten is het inmiddels gaan regenen. Hard regenen. We besluiten in het hotel te eten.